| |
Drie weken karpervissen op
de Rhône
Wat een vakantie!
Jarenlang lees en hoor ik de succesverhalen van karpervissers. Natuurlijk ik
weet het ook wel, zelden lees je over de weken waarin geen karper gevangen is.
Men denkt dat er dan niets boeiend te vertellen is. Dat er niets geleerd is voor
de volgende sessie. Dat er 100 kilometer verderop ook niets gevangen wordt is
niet relevant. Dat de wind uit de verkeerde richting kwam is blijkbaar ook een
te verwaarlozen factor. Er kan geen grote kleurenfoto getoond
worden. En daar gaat het bijna iedereen toch om.
Wanneer er wel foto’s getoond worden zien ze er dikwijls kleiner uit dan de
gewichten die er vermeld worden. Wie houdt wie nou voor de gek?
Mij boeit het totaal niet wanneer er een karper van zogenaamd 45 pond gevangen
is in een betaalput waar de bierblikjes na vertrek een walgelijk stilleven
vormen. Geluk ermee.
Het interesseert me geen moer wanneer de gewichten overdreven worden om te
imponeren. Soms sta ik verbaasd naar foto’s in een hengelsportzaak te kijken of
in een hoekje van een dierenspeciaalzaak waar wat foto’s opgehangen zijn.
Narcisme viert hoogtij bij een groot aantal karperaars. Soms zie ik een fotootje
van een klein manneke dat trots gefotografeerd is door zijn vader op veel te
grote afstand. Die
foto’s
vind ik leuk. Ik stel me dan voor wat dat kereltje beleefd heeft tijdens de
aanbeet, het drillen en het intens genieten van een prachtige schubkarper van
negen pond. Een wereldprestatie voor hem. Jan Vastlood ziet de foto niet eens
hangen.
Terug naar die vakantievistrip van augustus.
Ik had me voorgenomen ruim twee weken naar de Rhône te gaan. Niet zo maar een
riviertje. Warm weer, vriendin mee die in één uur 17 perfecte onderlijnen kan
maken en het nog leuk vindt ook. De nachten onder de hengels
doorbrengen en alleen die verdomde tent opzoeken als het onweer je er toe
dwingt.
De eerste week op een camping. ’s Avonds voeren en van 10.00 tot 2.00 uur vissen
anders zou bij een aanbeet de hele camping op zijn kop staan omdat zij de nacht
liever slapend doorbrengt dan wakker worden van het schrille geluid van een
beetverklikker omdat de kopvoorns, de meunen, de zeelten en de barbelen de
gebrande noten ook lekker vinden.
Na die week samen het avontuur en de wildernis in. De eerste nacht meteen een 38
ponder en eentje die de 11 pond net niet haalde. We wisten dat we goed zaten.
Elke nacht was het wel drie tot vijf keer raak. Vissen onder de 27
pond,
behalve dan die stijfkoppige barbelen en die halsstarrige kopvoorns, hebben we
niet gezien. Het gros was dik in de dertig. Één karper liet de naald trillen op
zo’n kleine 41 pond. Een schoonheid van naaktkarper, leder, in het
vissersjargon.
Of ik daar ook foto’s van heb? Ja en nee. Mijn vriendin was met mijn nieuwe
fototoestel aan het spelen en schoot vanaf het moment dat ik de bewaarzak uit
het water haalde totdat ik hem half ontbloot op de mat had liggen een aantal
foto’s. Op het moment dat ik hem probeerde op te tillen gaf ie een klap en
schoot tussen mijn benen door de steile kant af zo het water in. Wat een
stommiteit, wat een beginnersfout. De volgende foto was er een van mijn benen en
het water op de achtergrond. Gelukkig was mijn hoofd niet te zien. De tranen
stonden op het punt uit mijn oogkassen te glijden.
Later, veel later realiseerde ik me dat het vangen van dit fenomeen, het zien
toen ik hem met het licht van de schijnwerper op zijn gladde huid uit het net
haalde en in de bewaarzak deed, mij écht de meeste voldoening had gegeven. Een
mooie foto was de bekroning geweest. Hij hangt dus niet in een hengelsportzaak
aan de muur tussen al die andere. Hij zou er sowieso niet zijn komen hangen. Hij
zit, als ik er aan denk nog steeds op mijn netvlies en daar glijdt ie niet van
af.
Wat een vakantie.
|